JUIST
Grenzen stellen staat niet gelijk aan straffen, integendeel. Duidelijke grenzen stellen én daar consequent rond zijn, kan er net voor zorgen dat situaties minder moeilijk verlopen.
Het is je taak als ouder om grenzen te stellen én het is de taak van je kind om deze grenzen op te zoeken.
Kinderen hebben structuur nodig. Als je een structuur hebt, zijn er minder thema’s die een strijd uitlokken. Waarom? Na verloop van tijd is je structuur zo logisch voor je kind dat hij deze niet meer in vraag zal stellen. Het betekent dat je kind weet wat er komt (voorspelbaarheid), wat kan/niet kan en waar er ruimte is om te experimenteren (duidelijkheid).
Je zal nooit alle strijd kunnen vermijden en maar goed ook. Kinderen moeten grenzen opzoeken als deel van hun zelfontwikkeling. Wij zeggen vaak: het is je taak als ouder om grenzen te stellen én het is de taak van je kind om deze grenzen op te zoeken. Dus hoe verder je grens ligt, hoe verder je kind zal gaan. Logisch. Enerzijds kan je kind steeds extremer gedrag gaan vertonen omdat hij wil zien wanneer hij op grenzen botst. Anderzijds kan het dat je kind grenzen opzoekt in andere situaties (school, kinderopvang, …) .
Grenzen stellen geeft je kind een veilig gevoel. Zoals we in het begin aangaven, gaat grenzen stellen niet over straffen. Het gaat over een evenwicht vinden tussen je kind laten ontdekken én ingrijpen of afbakenen. Je kleine kind kan nog niet zelf weten wat er veilig is, wat gezond is, … hij heeft daar duwtjes in de rug voor nodig. Zo leert je kind hoe ver hij kan gaan en welke reactie er komt als hij dat (tikkeltje) te ver gaat. Hierdoor voelt je kind zich veilig en kan hij in een ‘safe zone’ exploreren. Met andere woorden: een kind heeft grenzen nodig om zich vanbinnen veilig te kunnen voelen.
Grenzen stellen helpt je kind om te leren omgaan met frustratie. Daarnaast zorgt een grens voor frustratie. En dat is oké! Door op jonge leeftijd geconfronteerd te worden met frustratie, in een veilige thuissetting, leert je kind met dit gevoel om te gaan. Hoe ouder je kind wordt, hoe beter hij dit zal kunnen plaatsen. Je kan je kind niet beschermen tegen alle frustratie… als je je kind loslaat zal hij in situaties komen die niet zijn zoals hij wil. Dus je kan je kind beter krachtig maken in het omgaan met frustratie dan frustratie uit de weg te gaan. Je kind op jonge leeftijd leren omgaan met frustratie zal op lange termijn je kind beschermen.
Wees consequent. Zorg ervoor dat je daden overeenstemmen met je woorden. Als je iets uitspreekt tegenover je kind (na dat filmpje gaat televisie uit) en je voert het niet uit, dan ben je onbetrouwbaar voor je kind. Je haalt de nodige voorspelbaarheid weg. We willen hierbij wel nuanceren dat niemand ten allen tijde 100% consequent is en kan zijn. Als je 70% van de tijd consequent bent, dan mag je geregeld applaudisseren voor jezelf!
Wat als je kind een grens niet volgt?
Wat kan je dan doen als je kind een grens niet volgt? Je kan bijvoorbeeld werken aan de hand van ‘natuurlijke gevolgen’. Probeer steeds het natuurlijk, logisch gevolg dat gekoppeld is aan het gedrag dat je kind stelt, uit te spreken naar je kind. Zo gaat het in het echte leven ook. Als wij te laat gaan slapen op een zaterdagavond, dan is het de zondagochtend extra lastig (als je kind je wakker maakt om 6u30). Dat is je eigen verantwoordelijkheid of je eigen keuze geweest. Enkele voorbeelden?
- Je maakt je klaar voor bedtijd en speelt daarna nog 1 keer verstoppertje vooraleer je aan het boekje begint. Wil je kind zijn pyjama niet aandoen en zijn tanden niet poetsen? Dan is er geen tijd meer voor verstoppertje (probeer niet het ‘verbindingsmoment van voorlezen/masseren/knuffelen’ voor bedtijd weg te nemen want dat heeft je kind nodig in functie van ontlading/connectie).
- Als je kind weigert zijn tanden te poetsen, dan kan een koekje of snoepje niet gegeten worden want suiker moet van de tandjes weggepoetst worden.
Een tweede manier is om de grens met veel humor of speels aan te brengen. Moet ik je tenen poetsen in plaats van je tanden? Zal het kriebelmonster je kleren aandoen in plaats van mama? Kinderen genieten van zo’n spel en laten de strijd veel sneller los. Je gaat dan van een ‘grens stellen’ een verbindings- en speelmoment maken.
Durf daarnaast eens de grenzen die je stelt in vraag te stellen. Zeg ik dat iets niet kan omdat het echt niet kan of omdat anderen verwachten dat ik die grens stel? Stel je grenzen in functie van de groei en veiligheid voor je kind of komen ze vanuit autoriteit? Daarnaast is reflecteren over vanwaar de ‘nee’ van je kind komt ook zinvol. Hierdoor zal je milder omgaan met je kind en meer begrip kunnen opbrengen voor zijn reactie. Wat niet betekent dat je de grens moet laten varen, maar wel dat je ze liefdevol kan aanbrengen.
Succes!
Anoek & Lien